Herhaaldelijk vragen we als VIC om reflectie op ons werk. Een van de dingen die we terugkrijgen is dat de taal die we gebruiken kan leiden tot verwarring en verkeerd begrip. Dat is bijvoorbeeld zo bij de al lang gebruikte term ‘Onderwaterdrainage’. Een term ontstaan uit de samenvoeging van een bestaande drainagebuis die simpelweg onder water werd gelegd. Niks mis mee zo lijkt. Maar het klinkt toch wel vreemd in de oren als je drainagebuizen aanlegt om een vernattingsvraag in te vullen; infiltratie is een passender term.
Vernatting is ook zo’n term die mogelijk vraagtekens, verontwaardiging en onrust oplevert. Vorig jaar en ook dit jaar nu de droogte opnieuw toeslaat, staat vernatting van veengronden erg positief in de belangstelling. Althans bij de grondgebruiker, maar bij waterschappen levert het hoofdbrekens op. Waar halen we het water vandaan, en hoe zorgen we voor voldoende en snelle waterafvoer als de veenweidenbuffer reeds opgevuld is? Natte teelten is ook zo’n term die we zijn gaan gebruiken, zonder vragen te stellen als wat we ons daar nu, en over 10 jaar, bij voorstellen. De term natte teelten vindt haar oorsprong in de nieuwe term paludicultuur dat een landbouw onder natte omstandigheden zou moeten duiden. Maar natte teelten is voor sommigen geëvolueerd tot een uitmijningsstrategie voor natuurontwikkeling….
Transitierotondes, kennisexpedities, tafels, proeftuinen, collegetours, et cetera duiden er volgens ons op dat we simpelweg met elkaar in gesprek willen. We zullen ons er met zijn allen in moeten bekwamen daar de juiste woorden bij te kiezen op het juiste moment.
Frank Lenssinck
Directeur VIC