Verkleien van Veen
Binnen het thema ‘Verkleien van veen’ onderzoeken we de mogelijkheden van het toevoegen van kleideeltjes aan het veen om veenafbraak tegen te gaan. Het gaat hierbij om het aanbrengen van klei in het veen. Klei in combinatie met veen vormt namelijk een klei-humus complex waarbij de afbraak van veen sterk wordt vertraagd. Een studie van o.a. Wageningen UR (Torres-Sallan et al., 2017) toont aan dat zelfs in diepere lagen kleideeltjes koolstof kunnen binden en daarmee veenafbraak kunnen beperken.
Van oudsher zijn veengronden langs rivieren en kreken rijker aan klei door de invloed van overstromingen. Dat soort veengronden, die rijker zijn aan klei, breken minder snel af. Dat komt door de vorming van het klei-humuscomplex . Het natuurlijke proces dat daar voor heeft gezorgd is gestopt door de bedijkingen. Via Verkleien van veen zoeken we naar een methode om de vorming van het klei-humuscomplex weer plaats te laten vinden. Het gaat nadrukkelijk niet om het aanbrengen van een deklaag van klei op het veen. Dat zou te grote hoeveelheden klei vragen en door het transport voor veel overlast bij omwonenden en schade aan wegen op de slappe veenbodem veroorzaken.
In 2018 zijn de eerste verkenningen naar het verkleien van veen gestart, o.a. de laboratoriumstudie ‘Klei voor behoud veen’ een studie naar het effect van de kleisoort en kleiconcentratie op veenafbraak. De resultaten van deze laboratoriumstudie naar de reducerende werking van klei op veenafbraak bieden voldoende perspectief om door te gaan met Verkleien van veen.
Wetenschappelijk onderzoek in het lab en in het veld moet nu uitwijzen wat het effect van het aanbrengen van klei in veen op de veenafbraak precies is. Ook zoeken we uit wat de beste methode van toedienen is en of de maatregel haalbaar is als het gaat om transport en beschikbaarheid van klei. Verkleien van veen kan een belangrijke toevoeging zijn aan de instrumentenkist voor het beperken van broeikasgasemissies uit de veenweiden. Het voordeel van deze maatregel is dat hij te combineren is met methoden om veenafbraak te remmen door vernatting.
Activiteiten Verkleien van veen
Haalbaarheidsstudie Klei voor behoud veen In 2018 is in het laboratorium de haalbaarheidsstudie Klei voor behoud veen verricht die liet zien dat de aanpak met klei perspectief heeft. In de rapportage leest u meer over de resultaten van deze haalbaarheidsstudie. Het betreft een deskstudie naar de randvoorwaarden voor kleitoepassing en een laboratoriumstudie naar de kwaliteit van diverse kleisoorten, het opzetten van voorbereidende labtoetsen en het ontwikkelen van een meetmethode.
Grondslag Veen* Als vervolg op de laboratoriumstudie is in 2019 ‘Grondslag veen’ gestart: een onderzoek naar het effect van kleideeltjes op de veenafbraak, zowel middels een laboratoriumstudie als via praktijkonderzoek in het veld. Middels een ‘kolommenproef’ zijn verschillende hoeveelheden en soorten klei aan veengrond toegevoegd om het effect te meten onder laboratorium omstandigheden. Dezelfde kleisoorten en doseringen worden ook in het veld aangebracht. Het interactieproces tussen veen en kleideeltjes is een proces van langere duur en vraagt dan ook om een meetperiode van meerdere jaren.
Veenverrijking met klei In de Krimpenerwaard is in 2018 de pilot ‘Veenverrijking met klei’ gestart om het transport van klei en de dosering voor het inspoelen van klei in het veen te onderzoeken. Dit betreft een praktijkverkenning naar de logistieke aspecten en de gebruikservaring in de praktijk. In de praktijk wordt geëxperimenteerd met verschillende methoden voor het aanbrengen van klei in veengrond zoals droog of nat verspreiden. Lees meer over de demodag klei in veen in de Krimpenerwaard.
De eerste bevindingen worden gedeeld in de rapportage Veenverrijking met klei
In het artikel Kleibagger als bodemverbeteraar gepubliceerd in het blad Bodem, wordt de stand van zaken in het voorjaar van 2020 geschetst.
Pilots Om inzicht te krijgen hoe snel verschillende kleisoorten en kleiconcentraties in de veenbodem doordringen onder praktijkomstandigheden wordt onderzoek in het veld uitgevoerd. Het betreft twee pilot-locaties: één in de Krimpenerwaard en één bij KTC Zegveld. De toegevoegde waarde van dit veldonderzoek is dat omstandigheden zoals het beweiden met koeien, berijden met machines, maar ook weersinvloeden meegenomen worden. Bovendien kan ook het bodemleven een belangrijke rol spelen bij het doordringen van klei in de veenbodem. Door op diverse momenten monsters van het proefveld in het laboratorium te onderzoeken wordt gemeten in welke periode na het aanbrengen van de klei effecten op veenafbraak meetbaar zijn.
* Grondslag Veen wordt gefinancierd door het POP3 programma van de Europese unie en de provincie Utrecht.