lachgasemissies

Emissie van lachgas uit grasland op veengrond

15 juni 2011 | Publicatie

Monitoring lachgasfluxen op melkvee proefbedrijf Zegveld in de periode 2005 – 2009: ‘De Zegveld database’.

Volgens het Kyoto-verdrag is Nederland verplicht om verslag te doen van de uitstoot van broeikasgassen aan het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) in Bonn. Lachgas (N2O) is een sterk broeikasgas. In Nederland wordt ongeveer 80% van de nationale emissie van lachgas veroorzaakt door de landbouw, dat komt neer op 4 á 5% van de totale broeikasemissie in Nederland (Emissieregistratie, 2008). Berekeningen van de emissie lachgas uit de landbouw zijn vaak gebaseerd op metingen over perioden van minder dan één jaar (Beek et al., 2011). De modelberekeningen missen hierdoor informatie over de jaarlijkse fluctuatie van de lachgasemissie.

Rapport “Emissie van lachgas uit grasland op veengrond” downloaden

Door ontwatering is de mineralisatie van veengronden sterk toegenomen en daarmee ook de N2O-emissie (Mosier et al., 1998). Belangrijke processen die ten grondslag liggen aan de vorming van lachgas in de bodem zijn nitrificatie en denitrificatie. Deze processen verlopen sneller naarmate er een overvloed aanwezig is van organische stof en water. Deze omstandigheden doen zich bij uitstek voor in veengebieden waar een hoog ontwateringpeil wordt gehanteerd. Bovendien is er in dit gebied extra aanvoer van stikstof aanwezig afkomstig uit de veehouderij. Terugbrengen van de N2O-emissies van de veenweidegebieden is een belangrijke optie om
de doelen te kunnen halen in het terugdringen van de totale broeikasgas-emissies. Maar het optreden van lachgasemissie is erg onvoorspelbaar.

Alterra-rapport 2116

M. Pleijter. C.L. van Beek en P.J. Kuikman