VIC-magazine-headers7

VIC Jubileum Magazine mei 2023

Lees het interview:

JoostSamsom-2023

Joost Samsom: ”Bij het VIC kun je ervaren hoe het werkt. Er is openheid om gewoon te kunnen sparren over ideeën.”

Interview

Biologisch melkveehouder Joost Samsom runt met zijn gezin een biologisch melkveebedrijf in Wilnis. Hij teelde cranberry’s omdat hij vond dat je wat eetbaars moest kunnen vinden in een natuurgebied, maar het werd geen succes. “Het is allemaal verpieterd.” En zo zijn er meer mislukkingen, maar het weerhoudt hem er niet van om andere vernieuwingen te bedenken en uit te voeren. Joost Samsom is in zijn zoektocht naar een duurzame landbouw een voorloper.

Het is begin jaren negentig als Samsom op een verantwoorde manier mais wil telen - niet volvelds scheuren van de grond, maar stroken frezen. Lang verhaal kort: een latere proef met inzaaien mislukt omdat hij als biologische boer niet mag spuiten en bij het toepassen van niet kerende grondbewerking wordt de onkruiddruk gewoon te hoog. Daarnaast ontwikkelde hij samen met Wageningen Universiteit een machine voor het verwijderen van ridderzuring, een dominante plant in het grasland die vanwege zijn lange wortelpennen lastig te ruimen is. Hij presenteerde de vernieuwing op een open dag in Zegveld. Helaas bleef het daarbij en werd de machine niet doorontwikkeld. Samsom: “Voor verdere doorontwikkeling is geld nodig, je moet een plan maken, je moet een onderzoeksteam hebben en je moet het monitoren.”

“Ik heb geen onderzoeksteam en budget; als ik zelf de regie voer en het mislukt, voel ik dat op mijn bankrekening.”

En ook al zit hij boordevol met ideeën, daarvoor heeft hij geen geld. “Ik wil bij technische innovaties ook gewoon even zelf rommelen in mijn werkplaats, anders verlies ik de grip op mijn vinding.” Maar dat het niet zo werkt, is hem inmiddels wel duidelijk. Het zegt volgens hem ook iets over de kracht en het belang van het VIC. Samsom: “Ik was soms wel eens jaloers op Frank Lenssinck, die met het VIC out of the box innovaties kon bedenken, daar een onderzoeksteam en budget voor kreeg. Als ik zelf de regie houd en het mislukt dan voel ik dat onmiddellijk op mijn bankrekening.’’ De melkveehouder heeft contact met Frank, maar ook met de nieuwe directeur Tim Selders, die stage komt lopen op het biologisch melkveebedrijf en daar verheugt Samsom zich op. “Ik hoop dat hij hier geïnfecteerd wordt door andere innovaties.’’

Herinnering


Hij herinnert zich een innovatiedag op Zegveld met een sneltekenaar die de vernieuwingsplannen visualiseerde. Een paar van zijn bedenksels werden uitgetekend: een energieopslag in een mestsilo, maar ook de stapmolen om droge koeien weer meer te laten bewegen Samsom: “Een soort zwangerschapsgym - een idee van Frank, maar ik bedacht dat de koeien dan ook wel zelf de energie konden leveren voor die stapmolen.”

Zo heeft hij ook aan het oorspronkelijke idee van Frank voor mobiele melkrobots weer een eigen invulling gegeven. “De mobiele melkinstallatie maakt beweiden makkelijker, maar de keerzijde is dat je heen en weer blijft sjouwen met melk, ruwvoer en energie. Ik heb er twee in het land staan, in één unit langs de kant van de weg - dichtbij infrastructuur zodat de vrachtwagen de melk kan ophalen.”

Promoten

Het VIC is volgens hem goed benaderbaar, maar ze zouden zichzelf wat beter kunnen promoten in de regio. “Ik ben zelf zo gek om dingen te bedenken en ga ze nog zelf uitvoeren ook, maar voor veel boeren geldt dat niet dus daarin kan het VIC nog veel meer betekenen.’’

Hfd-1-Cranberry3

Bart Crouwers:  “Ik was op een symposium en daar stond Frank met een stand cranberry’s aan te prijzen als nieuwe teelt. Dat was voor mij de prikkel.”

Interview

The Cranberry Company verbouwt met succes biologische cranberry’s in de Krimpenerwaard

Velen verklaarden hen voor gek, maar met een flink portie geduld en doorzettingsvermogen, startten Bart Crouwers en Gerard Harleman in 2016 met de biologische teelt van cranberry’s op het veen in de Krimpenerwaard. Het was volgens de dorpsgenoten uit Haastrecht de oplossing voor de veenweiden, waar sinds jaar en dag bodemdaling en de uitstoot van CO₂ een erkend probleem zijn.

De mannen wisten dat het lastig zou worden; cranberry’s verbouwen in veen met een weilandhistorie. Dat bleek ook uit proeven op het VIC. Maar Crouwers besloot na research toch door te zetten. Terugblikkend: “Ik was op een symposium en daar stond Frank met een kleine stand cranberry’s aan te prijzen als nieuwe teelt. Dat was voor mij de prikkel. Het bleef rondzingen in mijn hoofd.”

Hij pachtte van de provincie 18,5 ha land midden in de Krimpenerwaard. Biologische fruitteelt gecombineerd met 10 ha natuurbeheer.

Ecoloog Rudi Terlouw, geboren en getogen in de Krimperwaard, ontwierp de inrichting van de percelen. Er werd geplagd en selectief onkruid gewied, zonder bemesting. Het veen moest verzuren en het waterpeil omhoog, zodat de plantjes er konden gaan groeien. Het cultuurhistorisch landschap van slootjes tussen smalle percelen bleef intact. Terlouw vertelt de mannen nog steeds wat en wanneer er gemaaid moet worden en hij monitort ook de fauna en de vegetatie.

Percelen in de Krimpenerwaard bij de start van de cranberryteelt

Percelen in de Krimpenerwaard bij de start van de cranberryteelt

‘Partners in crime’.

Gerard Harleman vroeg zich af hoe ze dit in vredesnaam moesten vermarkten, maar de mannen kregen een klik en werden ‘partners in crime’. Ze investeerden er 5 ton in, 2 ton leenden ze van het Groenfonds.

Het eerste jaar verloren ze tienduizenden plantjes omdat die werden overwoekerd, vooral door kruipende boterbloem. Ook een schimmelinfectie hield huis tussen de jonge teelt. Weer een jaar later ging de oogst verloren door vorst in het voorjaar. “En van een hittegolf eerder knapten de bessen ook niet op”, vertelt Harleman. Gelukkig ontbrak het de telers niet aan incasseringsvermogen. Crouwers is volgens zijn partner een rasoptimist. “Na de mislukte oogst, keken we elkaar recht in de ogen en vroeg ik Bart wat hij ervan vond? De natuur is hier prachtig en wel gelukt”, antwoordde hij.

De biodiversiteit in het gebied is groot. Talrijke plantensoorten, weidevogels en kleine zoogdieren als de ringslang komen ervoor.

Volgens Crouwers moet je niet streven naar een monocultuur, want dat is ondoenlijk, helemaal niet nodig en verder is het een kwestie van lange adem.

Dit jaar hopen ze voor het eerst zwarte cijfers te schrijven, de werkuren niet meegerekend. Er staan vijf verschillende variëteiten in het land, de ene vroeg de andere later rijp. Het is drie maanden hard werken. In april moet er gemaaid en onkruid worden gewied en september, oktober zijn de oogstmaanden.

Met een nieuwe oogstmachine, maar ook met familie, vrienden en kennissen worden de cranberry’s geplukt,

Harleman: “Kijk ik mijn vrouw lief aan, en vraag of ze meegaat plukken. Gezellig met een groep mensen, midden in de natuur in het Groene Hart. Prachtig!”

Cranberry teler Bart Crouwers: ” Ze komen hier op bezoek en zien dat het ons wel lukt. Waar ik in het begin van hen leerde, leren ze nu van mij.”

De contacten met Zegveld zijn nog steeds goed, maar de verhoudingen zijn veranderd. Crouwers: “Ze komen hier op bezoek en zien dat het ons wel lukt. Waar ik in het begin van hen leerde, leren ze nu van mij”, zegt hij niet zonder trots. “De waarde van het VIC is het netwerk van telers. Het met elkaar delen van kennis en ervaringen. Elkaar op de hoogte houden. Dat moeten ze blijven doen.”

Volgens Harleman, de man met verstand van marketing, moet het in Nederland toch lukken om zo’n 400.000 à 500.000 ton af te zetten. Maar dan moet het product wel populairder worden. Want tot nu toe is het vooral in trek als compote bij wild en in toetjes met Kerst.

Op de vraag of ze er met de wijsheid van nu opnieuw aan zouden beginnen, antwoorden beiden volmondig ja en hopen ze op meer collega telers. Crouwers: ”Wij hebben alle fouten al gemaakt.”