VIC-magazine-headers5

VIC Jubileum Magazine mei 2023

Lees het interview:

Kees Slingerland: “Ik weet één ding zeker: er is geen toekomst van het veenweidegebied zonder koeien.”

Interview

Kees Slingerland is al jaren vanaf de zijlijn betrokken bij het VIC. Sinds vorig jaar juni is hij voorzitter van het KTC en vanaf dat moment echt aan de bal. De beide organisaties zijn een Siamese tweeling dus als het gaat om een interview over 10 jaar VIC gaat hij daar eens even goed voor zitten.

Het KTC dat vooral gedragen wordt door boeren doet onderzoek naar bijv. Boeren op Hoog Water terwijl veel agrariërs dat niet zien zitten?

“Niet zien zitten, vind ik te sterk uitgedrukt. Iedereen snapt dat we met uitdagingen te maken hebben en dat er wat moet en iedereen vindt het uitstekend dat er een proefboerderij is, waar onderzoek plaatsvindt over hoe je kunt blijven boeren op het veen als er andere condities ontstaan. En er is hier niemand die zijn kop in het zand steekt… Het is natuurlijk wel spannend wat de uitkomst is - want die kan wel van invloed zijn over hoeveel toekomstperspectief er is voor boeren en wat voor aanpassingen ze wel of niet in hun bedrijfsvoering moeten doen.’’

Schuurt dat een beetje, ik doel op de verschillende belangen?

“Het is niet zo negatief als je interpreteert met de keuze van dat woord - want ze (de agrariërs) zijn allemaal heel proactief over hoe ze zich daar het beste op kunnen voorbereiden en ook hartstikke benieuwd naar de resultaten. Het is, zoals ik al zei wel spannend. Er is namelijk wel degelijk wat aan de hand in Nederland met het klimaat en het grondwater etc. Het is helder dat er echt wel andere bedrijfssystemen zouden moeten kunnen komen. Maar het is niet schuren in die zin dat op voorhand bepaald onderzoek niet zou moeten gebeuren, dat speelt helemaal niet.’’

Het implementeren van nieuw onderzoek, gaat u dat snel genoeg?

“Het gaat zoals het gaat. Iedereen wil altijd zo snel mogelijk weten hoe de toekomst eruitziet. Maar praktijkonderzoek is behoorlijk ingewikkeld - want het is onderzoek in een dynamische en levende omgeving en dat kost nu eenmaal tijd. Zo kunnen het weer en klimaat heel anders zijn dan je verwacht dus voordat je verantwoorde conclusies kunt trekken, moet je wel gedegen en langdurig onderzoek doen. Het is gewoon heel complex, dus kun je beter de tijd nemen en goed onderbouwde conclusies trekken dan gehaast voor de troepen uit van alles roepen en halve statements doen - waar de politiek mee aan de haal kan gaan, zonder dat het goed is onderbouwd.’’

Hoe moeilijk is het voor onderzoekers om onafhankelijk onderzoek te doen. Is dat een punt van zorg?

“Natuurlijk zijn we daar kien op - want iedereen heeft een mening, maar nee het is geen punt van zorg. Wel een punt van aandacht. Iets dat we doorlopend in de gaten houden. Onderzoekers mogen geen mening hebben, maar moeten vertellen wat de resultaten zijn. Daar moeten we op sturen en dat doen we ook en ik heb daar geen zorgen over! En vervolgt: ” Als je onderzoek doet naar politieke thema’s waar plussen en minnen op zitten, waar voor- en tegenstanders zijn, dan moet je er goed op managen dat het onderzoek dat je doet waardevrij is. Dat hoort er gewoon bij.’’

Ook Friesland richt een VIC op. Wat vindt u daarvan?

“Wat wij in Zegveld uitzoeken is van toepassing op alle veenweidegebieden dus daar kan ook Friesland zijn voordeel mee doen. Al is de wereld daar natuurlijk een beetje anders dan hier, of in Utrecht. Toch kunnen ze veel van onze resultaten benutten. Het is natuurlijk wel interessant dat het VIC Friesland een echte proefboerderij opzet is en dat sterk aanzet. Als wij daar ondersteunend aan kunnen zijn is dat prima, maar we hebben - voor de duidelijkheid - geen behoefte om een nevenvestiging in het Noorden te beginnen.’’

U bent al jaren betrokken bij het veenweiden onderzoek. Wat is uw drijfveer?

“Wat ik belangrijk vind is dat natuurorganisaties en agrariërs zeker in het veenweidegebied, heel veel met elkaar doen en samen optrekken. Je hebt geen toekomst als je alle koeien eruit jaagt en we hebben ook geen toekomst als we overal Engels raaigras gaan inzaaien en alleen maar koeien gaan houden. Dus er moet een interactie zijn tussen natuur en het agrarisch bedrijfsleven. En ons onderzoek in Zegveld is er ook opgericht om die brug te slaan, om die combinatie goed te kunnen maken.

Daarnaast doen we dat ook door deel te nemen aan het debat. We hebben binnen het KTC verschillende participanten: burgers, maar ook natuurorganisaties en hard-line boeren. Wij voeren het gesprek omdat al we al die mensen in Zegveld zien - zonder te polariseren.’’

Moet de proefboerderij niet worden gemoderniseerd? Het is nogal verouderd, zijn de geluiden uit veld?

“Ja wat ziet als je het erf oprijdt is niet echt uitdagend. Maar we zitten ook niet stil en even…we zijn wel een proefboerderij he, een onderzoeksbedrijf. Het gaat ons niet om een mooie stal - waar we de komende dertig jaar koeien kunnen melken. Het gaat ons om een stal waar we experimenten kunnen doen en dingen kunnen presenteren. De proefboerderij is tien jaar geleden gekocht uit de boedel van Wageningen Universiteit en we zijn echt toe aan investeringen in apparatuur en weet ik wat… Gelukkig hebben we pas nieuwe melkrobots aangeschaft die nodig zijn voor onderzoek en het verzamelen van goede data. Daar gaat het uiteindelijk om!’’

Wat ligt de komende jaren de grootste uitdaging?

“Vooral dat samenspel van natuur en koeien en ik weet niet waar dat eindigt. Dat is het leuke van een proefbedrijf; als je van tevoren de uitkomst weet hoef je de proeven niet meer te doen. Gaan we naar een extensiever systeem, Boeren op Hoog Water en/of andere voersystemen. Er zijn veel mogelijkheden. We zitten natuurlijk in langjarige metingen als het gaat om CO₂, stikstof en

biodiversiteit. Hoe avontuurlijk en spannend ook; er is één ding waar ik zeker van ben: er is geen toekomst van het veenweidegebied zonder koeien, zonder agrariërs. En natuurlijk zal de bedrijfsvoering zich moeten aanpassen aan klimaatwensen en andere eisen vanuit de maatschappij. Dat is het interessante van het traject. Toch zou ik niet weten wat je hier anders kan doen dan gras telen en koeien houden.”

Is er lef genoeg in de beide organisaties om de toekomst aan te vliegen?

Kort en krachtig: “Nooit!! Wij zijn een experimenteer bedrijf en als ik zeg dat we lef genoeg hebben, dan is dit bedrijf ten dode opgeschreven. Dan heeft het zijn eigen necrologie al geschreven. Keerzijde van jouw vraag is, zit er een goede dynamiek op? Laten we ons genoeg uitdagen, zijn we lekker bezig? Nou dat is zeker het geval, maar we moeten altijd meer lef blijven tonen.’’

Over de samenwerking….

“KTC en VIC zijn een Siamese tweeling en het is belangrijk dat je allebei je positie en je rol goed kent. We kunnen wel mauwen over wat ons niet zint, maar er liggen zoveel uitdagingen. We zijn echt samenwerkende organisaties. Het programma Boeren op Hoog Water, opgezet in 2020 - is echt een top innovatie traject van het VIC. Goed neergezet, ook bij de provincies en daar kan het KTC jarenlang een basis aan geven door stevig onderzoek.’’ KTC werkt met meer partijen samen. “We doen dingen met natuurorganisaties, het Louis Bolk Instituut, de waterschappen, PPP-Agro Advies enz. Het is heel breed en altijd alles in samenwerking. We doen niks in ons uppie. Ik zeg: energiebogen trekken en gaan.’’

Geniet u van uw positie als voorzitter?

“Het leuke is dat je hier de praktijk, de kennis, de wetenschap en de maatschappij in een smeltkroes hebt en dat is wel uitdagend. Er zijn door de jaren heen wel wat tegengestelde krachten ontstaan en die moeten we weer goed bij elkaar zien te krijgen - want dan hebben we de ogen op de toekomst van het veenweidegebied gericht en daar is het mij om te doen. Saamhorigheid. Even dreigden we uit elkaar gespeeld te worden. Was er veel onzekerheid over of we wel werden gesteund door provincies en of de waterschappen wel voldoende aangesloten waren, maar ik hoor die vragen niet meer. Het VIC is zich ook anders aan het organiseren. Dus er wordt weer van alles opgepakt. Ja, ik heb het echt naar mijn zin.’’

Herinnering

“Nou de allermooiste is gewoon het begin - toen Wageningen toch wel echt heel stiefmoederlijk met Zegveld omging; dat gewoon een grote groep mensen uit de praktijk, veelal boeren zeiden: we gaan dit oplossen. Tegen de stroom in besloten ze dat er een proeflocatie op Zegveld moest blijven. En gesteund door provincie en waterschappen lukte dat! Het chique Wageningen overrulen door het gewoon te doen.’’

Jasper Beek, directeur KTC is verantwoordelijk voor de boerderij en het onderzoek. Hij is tegelijk begonnen met Kees Slingerland en komt ook even buurten. Zijn mooiste herinnering is toch de investering in de nieuwe melkrobots op de Hoogwaterboerderij. Beek: “Het toont aan dat we er serieus instaan en dat we ook gedegen onderzoek willen doen.’’

Kees de Jonge: “Innovaties vind ik sowieso leuk, dat houdt je jong. Ik leg altijd een link met het onderzoeksprogramma en blijf dankzij het VIC goed geïnformeerd.’’

Interview

Veenweidegebieden zijn cultuurhistorische landschappen in de provincies Friesland, Overijssel, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland. Groene, waterrijke gebieden met koeien in de wei. Melkveebedrijven in deze gebieden hebben volgens de Rabobank te maken met drie grote uitdagingen: de bodem daalt, de uitstoot van CO₂ is hoog en daarnaast is het de vraag hoe we de schaarse ruimte gaan gebruiken?

De Rabobank is stakeholder van de proefboerderij op Zegveld. Kees de Jonge is directeur Food & Agri Metropool regio Amsterdam (vroeger in Utrecht) en zit ook aan de klimaattafel landbouw - specifiek voor het veenweidegebied. Daarbij zit ook een onderzoeksprogramma, waaraan hij input levert. Zijn kennis over de toekomst van de veenweiden haalt hij al jaren op bij het VIC.

“Er werken bij het VIC allemaal leuke jongelui die nieuwsgierig met vernieuwing bezig zijn en dat is echt inspirerend.’’

De Jonge: “Innovaties vind ik sowieso leuk, dat houdt je jong. Ik leg altijd een link met het onderzoeksprogramma en blijf dankzij het VIC goed geïnformeerd.’’

Kijkend naar de toekomst kiest hij voor boeren op veenweiden met andere taken en diensten, als natuurbeheer - voedselproductie dicht bij huis en samen werken tegen bodemdaling. De Jonge: ”De sector moet innoveren, verduurzamen en extensiveren en dat gaat natuurlijk niet van vandaag op morgen, zeg maar. Als je dat wil versnellen is er veel geld nodig.’’ Wat hem betreft mag het VIC zichzelf veel zichtbaarder maken. “Ze doen zoveel interessante dingen. Ze moeten dat veel meer uitdragen en ook beter toelichten naar de boeren toe.’’