VIC Jubileum Magazine mei 2023
Interview
De mannen van het eerste uur, Han Weber, Patrick Poelmann en Jan Heijkoop, blikken alle drie terug naar hoe het begon…
“We waren vanwege de bezuinigingen op natuur in 2010 allemaal ridder te voet’’, vertelt Han Weber. Ook de provincies moesten het met minder geld doen, herinnert hij zich.
Sinds 1969 wordt er op het Veenweiden Innovatie Centrum (VIC) en het Kennis Transfer Centrum (KTC) in Zegveld onderzoek verricht naar de bodemdaling en mogelijkheden om deze te beperken.
Bodemdaling in veenweidegebieden is een serieus probleem, mede vanwege de uitstoot van broeikasgassen. Eén van de innovatieve oplossingen hiervoor zou onderwaterdrainage kunnen zijn. Een methode, waarbij meerder systemen denkbaar zijn en die boeren een perspectief biedt om het veen in droge perioden nat te houden en zo de veenoxidatie te beperken.
Zo werd in 2003 besloten op het proefbedrijf Zegveld te starten met een proef met onderwaterdrains. Dit was de eerste in een reeks proeven en pilots…
Weber is er alweer bijna vier jaar weg en is burgemeester van Zuidplas, maar hij voelt zich nog steeds betrokken bij het VIC en het veeweidegebied. Hij wandelt er graag doorheen - ook een drijfveer voor zijn bemoeizucht en zijn zoektocht naar vernieuwing in de sector.
Als de proefboerderij niet had bestaan dan had hij die uitgevonden. Hij was destijds gedeputeerde voor natuur, landbouw en water voor D66 in Zuid-Holland, maar komt niet uit het veld, zoals bestuursvoorzitter Jan Heijkoop.
Weber had als bestuurder veel zorgen om het Groene Hart. In de periode was er veel minder geld voor natuurbeleid, schetst hij. Je had de eisen vanuit Natura 2000, de maatschappelijke beleving van natuur, bodemdaling, biodiversiteit en ook stikstof, het was allemaal aan de orde. “Maar een failliet agrarisch bedrijfsleven zorgt ook voor een onbeheerd buitengebied” stelt hij. Dus zocht hij als trekker van de duurzame landbouw naar vernieuwing van het agrarisch bedrijfsleven dat zich beter verhield tot die eisen van de natuur. Weber: “Ik was blij met wat toen nog de proefboerderij Zegveld heette en ik baalde als een stekker dat Wageningen ervan af wilde.’’
De dreiging dat de onderzoekslocatie zou worden opgeheven ging de heren bestuurders aan het hart. Ook de drie westelijke provincies, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland, de zes waterschappen en de regionale LTO waren ervan overtuigd dat er een proeflocatie moest blijven in het veenweidegebied en dat Zegveld voortgezet moest worden. Ook vanwege de specifieke gebiedssituatie, denk aan de waterproblematiek en bodemdaling.
Jan Heijkoop nam het voortouw als voorzitter van LTO Noord. Hij was als gedeputeerde al betrokken bij de problematiek. Heijkoop: “Ik heb dat altijd gestimuleerd, ook de regionale directeur van LNV vond het belangrijk dat de proefboerderij bleef.”
Weber zocht de nabijheid van een innovatiecentrum bij boeren en mensen om wie het ging. “Het moest om de hoek liggen, zodat boeren er ook letterlijk konden zien, voelen en ruiken hoe die innovatie eruitzag.’’
Ook Patrick Poelmann - indertijd dijkgraaf van De Stichtse Rijnlanden en een partijgenoot van Weber - zag dat je de opgaven in de breedte moest bekijken. Poelmann was de motor vanuit de waterschappen en was daarvoor gedeputeerde water en landschap. Hij was er ook van overtuigd dat je dit gezamenlijk moest te doen, met de hele sector.
Toch was het waarmaken van de overtuiging dat de proefboerderij moest blijven, makkelijker gezegd dan gedaan.
Zo proefde Weber bij het ministerie van Landbouw in Den Haag niet veel warmte voor de plannen voor het VIC. Jan Heijkoop vult aan: ”Proeflocaties exploitabel maken is best een uitdaging. a hell of a job.’’
De grond was in eigendom van de Wageningen Universiteit en die terug kopen was best een gedoe, vertelt Heijkoop - want de toenmalige voorzitter van de raad van bestuur van Wageningen zat in zijn laatste jaar en was meer met zijn afscheid bezig.
Uiteindelijk met wat druk en hulp van gedeputeerden en veel goede gesprekken lukte het toch om het VIC Zegveld te kopen en parallel daaraan hadden zo’n 35 boeren in de regio zich verenigd in een coöperatie en kochten met ander participanten de proefboerderij en het land op. En zo ontstonden het VIC Zegveld en de coöperatie KTC met gescheiden verantwoordelijkheden.
Poelmann - vanaf 2003 gedeputeerde van de provincie Noord-Holland - was er heel blij mee. Het toonde volgens hem ook het draagvlak aan bij de boeren uit het veenweidegebied. Heijkoop stelde als kwartiermaker voor het VIC een bestuur samen. De eerste jaren verliep het allemaal soepel omdat Frank Lenssinck niet alleen directeur was van het VIC maar ook bedrijfsleider van de proefboerderij. Later moest het volgens Heijkoop transparanter en werden de twee organisaties gescheiden. KTC had daarbij een wat ‘ongelukkige hand’ met het kiezen van een bedrijfsleider en het personeel, aldus de bestuurder.
Samenwerken en verbinden
Heijkoop: “Wat ons bindt is dat we dit samen hebben gedaan, vanuit alle invalshoeken. Iedereen nam zijn verantwoordelijkheid. En ik durf te zeggen dat we alle drie een verbindende bestuursstijl hebben - geen dwang en drang - waarbij we heel veel mensen betrekken in gebiedsprocessen. En de andere mannen hebben dat ook.” Heijkoop: “Ik plaag Han Weber wel eens met de opmerking: ‘Je bent een D66-er met een CDA-bestuursstijl’, maar dat beschouwt hij als een compliment.”
Poelmann. “Je bent gewoon met elkaar bezig en we maakten goede afspraken met elkaar, ook over de waterpeilen en wat je moest doen om toch het land te kunnen exploiteren.” Hij ‘sleepte’ ook bewindslieden naar Zegveld. De bestuurder - geroemd om zijn politieke daadkracht - kwam overal binnen en kreeg veel voor elkaar. “Dat is het leuke van bestuurder zijn; ervoor zorgen dat je draagvlak regelt. Dat jij voor het waterschap deuren opent die anderen niet geopend krijgen.’’
Hij is een trouw lid van D66 , maar wil niets weten van halvering van de veestapel. Er moet volgens hem in het veenweidegebied ook geboerd kunnen worden.
Poelmann: “Ik heb niks tegen het succes van de BoerBurgerBeweging (BBB), maar wel tegen die valse tegenstellingen. Dat moet je gewoon niet doen. Ik zoek altijd naar verbinding.’’ Ondertussen is hij er alweer drie en een half jaar weg en gepensioneerd. Hij was twaalf jaar dijkgraaf van De Stichtse Rijnlanden en nam ‘Jan en alleman’ mee naar Zegveld. “Frank was een geweldige gastheer en er was gewoon een leuk verhaal te vertellen.’’
De helft van het gebied waarover hij ging is veenweiden - op de grens Zuid-Holland en Utrecht dus had het waterschap ook veel te maken met waterstanden en waterpeilen. Poelmann zegt geen verstand te hebben van water. “Nee, en dat is ook niet nodig. Ik heb allemaal mensen om me heen verzameld die dat wel hebben, maar… je moet wel goed kunnen beslissen, goede dingen eruit weten halen.’’
De prestaties van het VIC: ‘zien vernieuwen doet vernieuwen’
Volgens Heijkoop heeft het VIC echt tot de verbeelding sprekende onderzoeken kunnen initiëren. Technische oplossingen om bodemdaling te voorkomen, maar ook onderzoeken naar beweiding, klei in veen en naar boeren op hoogwater…
Weber benadrukt de meerwaarde van de nabijheid van de locatie voor de boeren. “Iets eigens voor de boeren, onder het motto: zien vernieuwen doet vernieuwen. En het moest aansluiten bij hun bedrijfsvoering.”
En dat is volgens de bestuurder wel gebleken - want het prikkelt de nieuwsgierigheid en het instituut is daarnaast ook goed bekend bij de agrariërs.
Volgens Poelmann levert het VIC kennis en laat zien wat er wel kan, met andere teelten, ook op het gebied van waterbeheersing. Experimenteren, de zoektocht naar manieren om de veenweiden te kunnen laten voortbestaan - daar ligt wat hem betreft de kracht van het proefbedrijf. “Gezamenlijk met boeren, waterschappen en provincies eraan werken om die bodemdaling te remmen. Dat is je dure plicht als een groot deel van het gebied veenweiden is.’’, aldus Poelmann.
Poelmann: “Ik geloof nergens in, maar initieer onderzoek wat kan en experimenteer ermee en laat dat aan beleidsmakers zien.’’
We worstelen nog steeds met klimaatvraagstukken. Dus de praktijk is weerbarstiger dan de mannen toen misschien als jonge bestuurders dachten. Weber: “Het gaat trager dan je hoopt, maar inmiddels zijn er wel op het vlak van bodemdaling, sturen met water op de Hoogwaterboerderij successen behaald. ‘’
Heijkoop: “En tegelijkertijd ook kijken naar de kans van natte teelten. We moeten dat onderzoeken. Is het niks, dan kun je het afvoeren en is het wel wat, dan kunnen we het verder ontwikkelen. Dat is dus in ieders belang, ook als je er op voorhand sceptisch tegenover staat.’’
Poelmann weigert in tegenstellingen te denken. “We moeten de verschillende doelen met elkaar zien te verenigen. Het gaat om een combinatie van agrarische- en natuurdoelen en dan moet je allebei een beetje inschikken.’’
Het gaat volgens de mannen van het eerste uur om het belang van een agrarische sector die zich duurzaam ontwikkelt, een bedrijfsvoering die werkt met hogere peilen en hogere natuurwaarden, maar met ook een goed verdienmodel en daar kan het VIC aan bedragen door onderzoeksvoorstellen te agenderen.
Zo is Poelmann een groot voorstander van de jersey koe, een lichtere koe die bij het opzetten van het waterpeil niet door de bodem zakt. Het experiment met deze koe werd in zijn tijd gestart en ligt nog vers in zijn geheugen. “Toen ik daarvan hoorde vond ik het een slim idee. Je kunt ze makkelijk naar buiten laten, de melkproductie is wat lager, maar de kwaliteit is uitstekend.” En hij kan het weten - want sinds dit traject drinkt hij jersey melk.
Vergroeningsonderwijs
De implementatie van nieuwe bedrijfsmodellen zou Weber graag wat sneller zien. Kritisch: “De sector is conservatief. We doen het altijd al zo, terwijl dat eigenlijk niet waar is - want als je doorvraagt doen ze het al heel anders dan hun vader of opa deed. En vergeet niet dat ik ondanks mijn D66 achtergrond vriend van de sector ben.’’
De wereld is volgens hem constant in vernieuwing en iedereen is in beweging. Weber: “Mijn ouders deden het ook anders dan ik het doe en ik geloof er ook niet in. De boeren zijn al veel meer met vernieuwing bezig dan ze zichzelf realiseren.’’
Ook het landbouwonderwijs moeten we in de kiem meegeven dat het altijd in beweging is. Ook daar gaat het volgens Weber te traag met de invoering van het vergroeningsonderwijs. Het VIC met zijn gezaghebbende positie - ook nationaal - zou daar wat mee kunnen/moeten doen.
Onafhankelijk
Het VIC moet volgens Weber ook het lef kunnen hebben om controversieel onderzoek op de agenda te zetten. Gelukkig gebeurt dat nog wel, maar het kan ook onderzoek zijn waar het KTC minder blij van wordt. Daar zit wat hem betreft een aandachtspunt. Dat het VIC zich niet gehinderd moet voelen door de plek waar het zit. Dat ze zich geen beperkingen op laat leggen vanuit de verschillende belangen. “Er zitten twee entiteiten - het VIC en KTC.” Ook de onafhankelijkheid van de onderzoekers is een aandachtspunt. “Houd die vast!” Hij is daar, ondanks dat hij al bijna vier jaar weg is, bezorgd over en bepleit
de vrijheid van onderzoek - want daar zit ook het belang van de overheden die het onderzoek moeten blijven financieren.
Wil je iets veranderen qua innovaties dat moet er ook een regionale inbedding zijn en de mannen constateren verheugd dat men in Friesland ook aan de gang wil - al hebben ze volgens Weber nog wel een slag te maken. Ze lopen er achter, meent ook Poelmann. Heijkoop. “Het is goed dat Frank zijn vleugels uitslaat. We werken goed samen en zorgen ervoor dat de afstemming goed is.’’
Heijkoop is er wel aan toe om het stokje over te dragen. Met enige aarzeling: “Volgend jaar stop ik…, of het jaar erop’’, zegt ‘ie gauw.
Ook Weber blijft zich met de veenweidenproblematiek bemoeien en huurt zo nu en dan nog een zaaltje op Zegveld voor overleg over de natuuropgave voor de Nieuwkoopse Plassen.
Poelmann krijgt er weer zin als hij na dit interview het gesprek aangaat met de nieuwe directeur Tim Selders dus daar gaan we wellicht nog meer van horen!
Lees alle interviews:
-
Han Weber
Burgemeester van Zuidplas, vanaf de start betrokken bij het VIC
-
Patrick Poelmann
Voormalig dijkgraaf van Stichtse Rijnlanden en gedeputeerde van provincie Noord-Holland, vanaf de start betrokken bij het VIC
-
Jan Heijkoop
Bestuursvoorzitter Veenweiden Innovatiecentrum
-
Douwe Jonkers
Programmamanager Veen, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
-
Jan van Weperen
Wethouder landbouw, natuur en water van de gemeente Ooststellingwerf
-
Bert de Groot
Hoogheemraad van waterschap De Stichtse Rijnlanden
-
Rob Ligtenberg
Programmamanager veenweiden voor provincie Zuid-Holland
-
Janny Gerritsen
Beleidsadviseur bodemdaling van provincie Noord-Holland
-
Hans Mankor
Beleidsmedewerker van de provincie Utrecht
-
Henny de Jong
Gebiedscoördinator Uitvoeringsprogramma Landelijk Gebied voor provincie Utrecht
-
Douwe Hoogland
Gedeputeerde van provincie Friesland
-
Kees Slingerland
Voorzitter van het KTC
-
Kees de Jonge
Directeur Food & Agri Metropool Amsterdam (Rabobank Groep)
-
Joost Samsom
Biologisch melkveehouder en voorloper uit Wilnis
-
Bart Crouwers
Initiatiefnemer van The Cranberry Company
-
Kees de Jong
Melkveehouder in het dorp Hoogblokland in de Alblasserwaard
-
Annemieke Hol
Weduwe van oud KTC-voorzitter Gert Kastelijn
-
Monique Bestman
Onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut
-
Jeroen Pijlman
Onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut