Meten is weten (2)

Het meten van broeikasgasemissies is dankzij het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden eindelijk op gang gekomen. Het VIC heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de maatregelen die nu onderzocht worden op hun bijdrage aan de doelstellingen voor de veenweiden in het Klimaatakkoord. Zijn we nu klaar met ons werk?

Nee, we zijn niet klaar met ons werk, en dat antwoord zal de meeste lezers van onze nieuwsbrief waarschijnlijk niet verbazen. Als eerste natuurlijk omdat we ons bezighouden met veel meer onderwerpen dan het voorkomen van veenafbraak, met bodemdaling en broeikasgasemissies tot gevolg. Stikstof bijvoorbeeld, biodiversiteit, toekomstperspectief landbouw en nog veel meer. Als tweede omdat het ook bij maatregelen die vooral gericht zijn op remmen van veenafbraak om veel meer gaat dan alleen de emissies. Hoe zit het met de haalbaarheid, als het gaat om verdienvermogen, waterbeschikbaarheid of de relatie met andere thema’s zoals stikstof….? Een maatregel is niet “af” als de emissies lager blijken te zijn. Is de maatregel wel opschaalbaar? Zonder bedrijfsmodel met voldoende verdienvermogen is het sterk verhogen van de grondwaterstand met waterinfiltratie lastig haalbaar op grotere schaal. Daarom werken we aan Boeren op Hoog Water, waarbij we gelijk andere doelen meenemen. Daarom kijken we naar de afzet van natte teelten, maar zijn we ook nog op zoek naar manieren om de teelt meerjarig in stand te houden. Wanneer de productie na een aantal jaren sterk terug gaat lopen is het een moeilijk te verkopen alternatief voor melkveehouderij. Doorontwikkelen van maatregelen blijft dus nodig, en dat doen we.

Er is nog een reden waarom het meten van broeikasgasemissies eigenlijk pas het begin is. Dankzij de nieuwe kennis die straks beschikbaar komt, begrijpen we de processen in de bodem beter. Weten we welke factoren een belangrijke rol spelen in het ontstaan van broeikasgasemissies. Dat geeft allerlei handvatten om maatregelen door te ontwikkelen, of nieuwe maatregelen te bedenken. Wat zijn de belangrijkste aangrijpingspunten om broeikasgasemissies uit sloten te beperken? Wat is het effect van verschillende vormen van bemesting? Wat is het optimale waterbeheer bij infiltratie van grasland of bij natte teelten? En wat betekent dat dan weer voor verdienvermogen, waterbeschikbaarheid en andere thema’s? Innovatie is proberen, meten, leren en optimaliseren. Die volgende stap in ontwikkeling begint met de nieuwe kennis die uit het NOBV beschikbaar gaat komen pas echt goed op gang te komen. En voor wie nu denkt: moeten we dan straks niet nog langer wachten met uitvoeren van maatregelen? Nee, de doelen zijn duidelijk en we weten straks genoeg om over te gaan tot handelen, met ruimte voor verdere optimalisatie en nieuw ontwikkelingen. En daar blijven wij aan werken!

Frank Lenssinck