Wat narrig luister ik naar het zoveelste verhaal waarin bulk (commodity) gelinkt is aan ‘feed the world’ en investeringsfondsen van honderden miljoenen je om de oren vliegen. Mijn buurman aan tafel, een Nuffield scholar uit centraal Australië heeft meer dan 18000 stuks ‘heds’(vleesdieren) en ruim 500.000 hectare grond (lees woestijn). Hij is toevallig de grootste, maar dat ben je al snel niet meer als het aan de presentator, ligt die investeert in bedrijven die in moeilijkheden zijn gekomen. Big business zeg maar.
Mijn andere buurman aan tafel is een Zimbabwaanse collega Nuffield scholar. Met hem kwam ik in gesprek over mijn narrigheid, of anders gezegd wat kunnen we hiervan leren. Mijn gedachten dwaalden af naar mijn bezoek een aantal jaren geleden aan Nigeria, juist toen er zo’n hevige rassenstrijd gevoerd was. Daar leerde ik dat de Amerikaans/ Europese gedachte van eigendom, en het ‘bezoek van de Engelsen en Fransen’ aan regio’s misschien wel de kiem is geweest van het uit balans brengen van het op dat moment geldende systeem. Goed of fout, mijn buurman gaf een antwoord in dezelfde strekking. Zouden wij de bulkgedachte in Nederland overnemen dan zou de eerder genoemde Nuffield scholar alle veenweidengebieden in Nederland kunnen beheren. Onze Franse tafelgenoot, die zichzelf later socialist noemde, werd ook al onrustig bij de gedachte van de onuitputtelijke drang naar groei die elke ondernemer vooral MOET hebben.
Dan de presentatie van hoofdsponsor Bayer. Uiteraard amazing! Van de 50 slides die ons gepresenteerd werden flitsten er een paar voorbij waarin ik ook enkele barstjes van het commodity denken en de maakbare wereld herkende. Samengevat; het soms zo weerbarstige klimaat en een plotseling opkomend virus als corona, leidt tot een andere visie op hoe Bayer zijn bijdrage aan de wereld wil vormgeven. Inspelen op de behoeften van kleinschalige landbouw in landen als Afrika en waarschijnlijk ook Nederland. Het is blijkbaar niet gelukt om ook in deze landen het commodity-denken erin te stampen en de natuur helpt een beetje mee. Cultuur en Natuur zijn dermate verschillend dat een ‘one way fits all’ geen ‘new business’ oplevert. Nog leuker wordt het dat we met nieuwe technologie eigenlijk de diversiteit van wat ouderwetse houderijsystemen in de kleinschaligere boerderijlanden, als heel modern zien. Immers de buurman bewerkt zijn grond net iets anders dan jij. Waarschijnlijk speelt hij in op de iets andere omstandigheden van de bodem. De ‘maps’ die nu vanuit satellieten gemaakt worden, maken zichtbaar wat de meeste kleinschalige veehouderijgebieden vaak al weten.
Een andere presentatie ging over het farmers founders concept. Tja, technologie ontwikkeling zonder de hulp van de gebruiker dat was het niet. Het zal toch niet waar zijn dat alle creativiteit, de basis van ondernemerschap, nu ook al afgetapt wordt? Om vervolgens met de data en kennis van de ondernemer, als een boemerang met automatische systemen, de overbodigheid van dezelfde ondernemer duidelijk te maken, zonder dat de ondernemer er 1 cent aan verdient?
Gelukkig, ook een slide met de burgerpercepties. Kinderen in Amerika denken dat eieren afkomstig zijn van koeien. Deze kende ik nog niet. Mij boeide de reacties van de bulkproducenten het meest. Raar, belachelijk etc. Misschien heeft deze reactie wel te maken het uitsluiten van boeren en burgers, dat een vergaande doorvoering van bulkproductie soms is.
Onze Duitse Nuffieldscholar sprak haar bewondering uit over de introductie van weidegang in Nederland, in de kern misschien eigenlijk een boer-burgerconcept. Jaren was en is die weidegang bewonderd en bewierookt door haar enorme productievermogen in kilogram melk per koe of per hectare, voerefficiëntie en recent de zeer lage broeikasgasemissies per koe of stikstofeffcientie. Als bulk wereldwijd echt in het verdomhoekje terecht komt, niet vanwege de efficiëntie maar vanwege het gebrek aan burgerparticipatie, dan zouden we als Nederland ‘leading’ moeten zijn in hoe je dat zou kunnen doen….
Tja, en die veenweiden dan…… We voeren veelvuldig de discussie over de verschillen tussen de veenweiden in Nederland. Binnen de provincies zien we veenweiden als veenweiden. De principes van veen (lees organische stof) zijn hetzelfde, zelfs bij andere grondsoorten. Waterniveau, andere grondstoffen als klei, zand maken de gronden verschillend en de klimaatverschillen doen daar een schepje bovenop. Misschien is het grootste verschil wel de cultuur waarin het gebruik zich heeft ontwikkeld. Is het aandeel niet-boeren in de wat meer westerse veenweidengebieden al fors minder dan de helft, in de noordelijke veengebieden is dat aandeel nog veel groter. De reis met Nuffielders uit verschillende landen maakt DAT aspect nu juist zo interessant. Het dwingt je om echt in de cultuur van een land, regio of de persoon aan tafel te kruipen om tot een goed gesprek te komen. Misschien is dat wel wat we de laatste jaren zo vergeten zijn. En als zelfs grote organisaties daar de vinger op leggen zijn we op de goede weg.
Frank Lenssinck
Brisbane (Australië), 16 maart 2020