‘Blijf relevant in wat je doet’
Dat is in een notendop de aanbeveling van Hans van der Vlist voor het VIC. Na 10 jaar als bestuurder verbonden te zijn geweest aan het VIC, trad hij eind 2022 af. Daarmee is zijn betrokkenheid op het VIC, de veenweiden en de landbouw niet verdwenen. “De opgaven zijn groot; milieu, klimaat, stikstof, bodemdaling, noem maar op. Daarom wordt het des te belangrijker om de vraag hoe je landbouw kunt blijven bedrijven, te koppelen aan maatschappelijke opgaven.”
Water als sturend beginsel
Dat Hans, voormalig gedeputeerde van Zuid-Holland, dijkgraaf van Noord-Holland en secretaris-generaal van VROM, als bestuurslid van het VIC aantrad, is niet toevallig. “Vanuit mijn werk heb ik veel ervaring met en kennis van landbouw, ruimtelijke ordening en watervragen. Bovendien had ik sympathie voor het initiatief en de ambitie van het VIC, om een innovatief onderzoeksprogramma op te zetten, gekoppeld aan de boerenpraktijk. Met water als sturend beginsel en daarbij de vraag: hoe kun je met de beperkingen van het gebied, toch landbouw bedrijven? Een interessant uitgangspunt.”
Klankbord
Bestuurders moeten niet (willen) bedenken wat nodig is, vindt Hans. “Daarvoor heb je de mensen op locatie en vanuit de praktijk op het VIC. Als directeur van het VIC kwam Frank met voorstellen en programma’s bij het bestuur. Dat fungeert als klankbord en als kritische beoordelaar; is dit haalbaar, wat is de relevantie – ook voor onze financiers- en hoe verhoudt het voorstel zich tot andere programma’s? Die relevantie is wat mij betreft altijd de cruciale vraag.“
Verbreden en verbinden
Dat het VIC ertoe doet, staat voor Hans als een paal boven water. “Waterinfiltratie, Klei in veen en Boeren bij Hoog Water, om er maar een paar te noemen. Stuk voor stuk programma’s die mogelijkheden verkennen voor landbouw in de veenweiden. Het feit dat bij alle ontwikkelingen en bezuinigingen van de afgelopen jaren het VIC overeind bleef, is daar wel het beste bewijs van. Dat zit ‘m dus ook weer in de relevantie van wat je doet. De verbreding, het ontwikkelen van VIC Fryslân en mogelijk ook op andere plaatsen, is daar een gevolg van. Ik zou het mooi vinden als de verbinding met het onderwijs nog steviger wordt. Dáár zitten de boeren van de toekomst, zij zijn belangrijk bij de oplossingsrichtingen voor de opgaven waar de veenweiden voor staan.”