Klei in veen

Klei kan zich hechten aan veen en zou daarmee één van de maatregelen kunnen zijn tegen bodemdaling en broeikasgasemissies uit het veenweidegebied. Maar er is nog veel onduidelijk over de effecten van deze prille innovatie. Veld- en laboratoriumonderzoek naar de processen die hierbij een rol spelen, is nodig.

Contact

Maaike van Agtmaal
Onderzoeksleider
M.vanAgtmaal@Louisbolk.nl

Waarom?

Verminderen van bodemdaling en broeikasgasemissies zijn forse klimaatopgaven in de veenweiden. De vraag is of toevoegen van klei aan veen daar een oplossing voor biedt, of het praktisch uitvoerbaar is en wat de mogelijke andere effecten zijn.

Hypothese

  • Een dunne kleilaag door veen vermindert de oxidatie van het veen en daarmee de uitstoot van CO2.
  • Klei omhult de organische stof van veen, vermindert de toevoer van zuurstof en remt de enzymen die de veenafbraak stimuleren

Aanpak

Met de toepassing van klei in veen wordt er een dun laagje klei van 1-2 cm aangebracht op het veen. De klei kan worden verdund met water en over het land worden gestrooid, of het wordt uitgestrooid door mest-strooimachines, als kleibrokjes op het land. De aangebrachte kleideeltjes spoelen langzaam de grond in en hechten zich aan organische deeltjes, waardoor er minder zuurstof bij kan en de veenoxidatie wordt verminderd. Hoe dit precies werkt en welke processen hierbij een rol spelen is nog niet bekend. Andere aandachtspunten zijn de logistiek (het vervoeren van grote hoeveelheden klei naar een locatie) en het effect op de biodiversiteit.
Een onderzoeksconsortium met daarin het VIC, doet research naar de toepassing van Klei in Veen. Er zijn verschillende proeven gestart, zowel in het laboratorium als in het veld. In samenwerking met het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweidegebieden (NOBV) wordt via meetsites onderzocht wat de bijdrage van klei in veen is aan de emissiereductie-opgave. Het onderzoek loopt tot eind 2026.

Winstwaarschuwing

De verwachtingen rond Klei in Veen zijn hoog: vooral bij boeren die deze maatregel als ‘alternatief’ zien voor een hogere grondwaterstand. Het onderzoek is nog niet ver genoeg gevorderd voor dergelijke conclusies. Van grootschalige uitrol van Klei in Veen is dan ook nog geen sprake.

Resultaten

Lab-proeven naar effecten van verschillende veen-klei combinaties

Onderzoek laat zien dat dezelfde kleisoort anders kan reageren op verschillende veensoorten. Nog niet duidelijk is welke klei eigenschappen belangrijk zijn voor de werking.

Van de zeven onderzochte kleisoorten laten er vier een remmend effect op de CO2-emissie zien onder gecontroleerde omstandigheden in het laboratorium. Dit effect varieert van 10-33% minder CO2-emissie over een periode van 3 jaar.

Ook werkten niet alle kleisoorten even goed en soms helemaal niet. Dat levert een hele lijst aan onderzoeksvragen op. Nog niet duidelijk is welke klei eigenschappen belangrijk zijn voor de werking. Wel weten de onderzoekers dat dezelfde kleisoort anders kan reageren op verschillende veensoorten. Zo bleek in één van de combinaties de emissie van broeikasgassen zelfs hoger na klei toevoeging.

De vele vragen zijn de aanzet tot een grote proef met een kleipalet – een recept van dertig kleisoorten met rivier en zeeklei uit heel Nederland. Het kleipalet wordt uitgestrooid op dertig kleine proefveldjes, in drie veenweidegebieden in Noord-Holland, Friesland en Zuid-Holland. De onderzoekers hopen zo meer inzicht te krijgen op de werking van klei in de toplaag, de verschillende eigenschappen en de invloed van die eigenschappen op de werking.

Contact

Maaike van Agtmaal
Onderzoeksleider
M.vanAgtmaal@Louisbolk.nl